Op 15 mei [1986] j.l. werd de slotavond van de 3-provinciëncompetitie te Cuyk gehouden. Medegedeeld werd toen dat deze competitie het komende seizoen 25 jaar zal bestaan en dat Gennep organiserende vereniging zal zijn. Na afloop wist v.d. Steenhoven uit Cuyk te vertellen dat de 3-provinciëncompetitie was opgericht op initiatief van Cuyk, er zouden toen al vele verenigingen aan deelgenomen hebben o.a. Venray. Cuyk zou 5 jaren achter elkaar de beker gewonnen hebben. Van de Steenhoven heeft de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt. Als men iets niet weet, moet men niet gaan fantaseren.

Hoe de 3-provinciëncompetitie is ontstaan zal ik hier uitleggen zonder fantasie. Allereerst wil ik beginnen met een stukje voorgeschiedenis. Het was rond 1955, het juiste jaar weet ik niet toen werd onze vereniging versterkt met enkele nieuwe spelers; een aktief bestuur met burgemeester Voets uit Oeffelt als voorzitter en Dekker als secretaris. Dekker had in Assen in de Bond geschaakt en wilde dat wij ook in de Brabantse bond gingen spelen. Tijdens de vergadering bestond er niet voldoende belangstelling. Wel wilde men proberen om met enkele verenigingen uit de buurt een buurtcompetitie te spelen. Dit is gebeurd met Cuyk en Vierlingsbeek, waar ook enkele jaren een schaakvereniging heeft bestaan. Gennep wilde hieraan niet meedoen. Er werd een dubbele competitie gespeeld. Als wij de laatste wedstrijd in Cuyk zouden winnen, zou de trofee in ons bezit komen, hetgeen ook gebeurde. Na afloop wilden wij dit nog gaan vieren doch de café's waren reeds gesloten. Voets zei: "Dan gaan we naar het Veerhuis in Oeffelt en ik geef verlenging." De mensen werden daar uit bed gehaald; toen ze zagen dat de burgemeester zelf er bij was werd de deur geopend en konden wij de overwinning vieren.

Jammer genoeg heeft deze competitie maar één jaar geduurd. In Vierlingsbeek vertrok de organisator kapelaan Schellekens naar Eersel en het was spoedig afgelopen met de schaakvereniging. Met onze vereniging ging het niet veel beter. Voets hield op met schaken en Dekker ging over naar de bridgeclub met Melskens, Arts en van Logten. Het ging enkele jaren niet best met onze vereniging; ongeveer 10 spelende leden en geen aktiviteiten met andere verenigingen.

Rond 1960 kwam er verandering. We kregen contact met de schaakvereniging van de personeelsvereniging van Stork. Tijdens een vergadering werd deze vereniging onder enkele voorwaarden in de Vrijpion opgenomen. De voorwaarden waren o.a. dat we van clubhuis zouden veranderen, van Riche naar Willems. Ook moest er iemand van Stork in het dagelijks bestuur zitting hebben. Kuilman bleef voorzitter, ik bleef secretaris en van Mil van Stork werd penningmeester . Tijdens deze vergadering werd besloten om weer met aktiviteiten met andere verenigingen te beginnen . Voor het eerst gingen wij meespelen in de Brabantse bond. Tevens werd besloten om weer met een buurtcompetitie te beginnen zoals enkele jaren geleden met Cuyk en Vierlingsbeek het geval was geweest. Deze competitie zou elk jaar terug moeten komen en vastgelegd moeten worden volgens vastgestelde reglementen. Zo is deze buurtcompetitie, later genoemd 3-provinciëncompetitie, ontstaan.

Omdat ik toen fungeerde als secretaris, kwam het op mij neer om dit tot stand zien te brengen. Ik heb contact opgenomen met voorzitter Bruysten van Cuyk, die zoals altijd, direct hiervoor te vinden was. Ik moest het verder maar zien te regelen met Derks, die toen secretaris was. Ook met Nillessen van schaakvereniging Groesbeek was het spoedig geregeld . Ik heb me in verbinding gesteld met v. Bergen van schaakvereniging Gennep. Hij zou het bespreken met bestuur en leden en ik zou nader informeren. Bij mijn tweede bezoek bij v. Bergen deelde hij mede dat er in Gennep geen animo voor bestond. Anders was het gesteld met schaakvereniging Siebengewald. In het begin ging dit moeilijk omdat organisator Peeters ernstig ziek was en ook is overleden. Met het overige bestuur, ik meen bij monde van Ingebleek, werd de zaak ook geregeld. Aldus begon het eerste jaar te draaien.

Toen het eerste seizoen verstreken was, kreeg ik contact met de Vos uit Vianen. Hij deelde mede dat aldaar een schaakvereniging was opgericht en dat men het komende seizoen met de buurtcompetitie wilde meespelen. Aldus werd het tweede seizoen gestart met 5 verenigingen en nog steeds zonder Venray.

Hoe het verloop verder is gegaan weet ik niet doch als de verenigingen in het bezit zijn van een administratie over deze jaren, dan zal men dit zelf verder wel kunnen nagaan.

Of Cuyk 5 jaren achter elkaar de beker heeft gewonnen weet ik niet. Ik ga geen dingen fantaseren. De fantasie van v.d. Steenhoven kennende geloof ik er maar bitter weinig van.